Parfumgeschiedenis: Egypte

Egyptische hiërogliefen laten zien dat de oude Egyptenaren parfum maakten. Dit is fascinerend, aangezien de Egyptische cultuur ongeveer 5000 jaar oud is. De parfumcultuur is dus ouder dan de parfumgeschiedenis van India en veel ouder dan de geschiedenis van de Europese parfumerie. Egyptische priesters waren een soort vroege parfumeurs, ze gebruikten aromatische harsen om offers te brengen. Het branden van wierook was onderdeel van het ritueel dat mensen met de goden verbond. Het behagen van de goden was belangrijk. Farao’s werden met geur begraven. Zelfs wanneer archeologen graven openen, kunnen de parfums bijna hun oorspronkelijke geur waarnemen. Naast farao’s werden ook belangrijke figuren begraven met geuroliën.

Egyptenaren gebruikten ingrediënten die we vandaag de dag nog steeds kennen. Ze gebruikten jasmijnolie, tegenwoordig een van de belangrijkste parfumingrediënten in de klassieke parfumerie. Dan is er nog de beroemde wierookhars die ze gebruikten, verzameld uit de Boswellia-struik die nog steeds groeit in de regio, beroemd om de harsachtige bomen uit Saoedi-Arabië, Oman en Jemen. En natuurlijk werd Mirre ook door de Egyptenaar gebruikt. Mirre en wierook worden beide nog steeds verzameld en gebruikt in de moderne luxe parfumerie.

De geschiedenis van parfum in het oude Egypte is slechts vaag bekend. Er wordt aangenomen dat parfum een ​​belangrijke rol speelde in de oude Egyptische samenleving, niet alleen als cosmetische en aromatische luxe, maar ook als symbool van goddelijkheid, status en persoonlijke hygiëne. Het gebruik van parfum in Egypte dateert uit minstens 3000 v.Chr., Zoals blijkt uit archeologische vondsten zoals parfumflesjes, residu en afbeeldingen van geurtoepassing in graven en artefacten. Er wordt aangenomen dat parfum een ​​integrale rol speelde in zowel religieuze rituelen als het dagelijks leven.

Er wordt aangenomen dat koningin Cleopatra luxe parfums heeft gebruikt. Waarschijnlijk bezit ze exclusieve parfumcreaties. Om deze status van luxe te behouden werden de parfums gebruikt om de overledene te conserveren. Bij het balsemen dat bij de mummificatie werd gebruikt, werden verschillende aromatische stoffen gebruikt, waaronder onder meer mirre en wierook. Deze stoffen hielpen niet alleen het lichaam te behouden, maar maskeerden ook de geuren die met bederf gepaard gingen. Samen met oliën werden de oxygenatieprocessen vertraagd en werd conservering mogelijk gemaakt.

De kunst van het parfumeren in het oude Egypte was zeer verfijnd en omvatte de extractie van geuren uit een verscheidenheid aan natuurlijke materialen. Essentiële oliën en geuren zijn afgeleid van plantaardige bronnen zoals bloemen, bladeren, wortels en harsen. De oude Egyptenaren waren bedreven in het creëren van complexe mengsels en infusies om de gewenste geuren te bereiken. Ze gebruikten methoden als destillatie en enfleurage (een techniek waarbij geurstoffen door vet worden opgenomen) om geurstoffen te extraheren en te behouden. Mensen uit verschillende sociale klassen gebruikten in hun dagelijks leven een soort, misschien zelfs goedkope parfum.

Scroll to Top